Één van de meest voorkomende schrijffouten in het Nederlands komt voor bij de woordjes jou en jouw. Misschien vind jij het zelf ook heel moeilijk om beide schrijfwijzen correct te gebruiken? Hieronder leg ik je uit welke vorm wanneer gebruikt wordt, waarom dat zo is én hoe je voor eens en voor altijd gemakkelijk de regel kunt onthouden.
Waarom worden jou en jouw zo vaak fout geschreven?
Dat beide schrijfwijzen van jou(w) vaak door elkaar gebruikt worden, is niet zo verwonderlijk. Je hoort het verschil namelijk niet als je de woorden hardop uitspreekt. Probeer het maar eens:
Wie heeft jou dat boek gegeven? Wie heeft hem jouw boek gegeven?
Het verschil tussen jou en jouw
Toch is er een duidelijk verschil tussen jou en jouw. Het gaat namelijk om een verschillende woordsoort:
Jou als persoonlijk voornaamwoord
Jou (zonder w) is een persoonlijk voornaamwoord. Het verwijst dus naar een persoon en is daarin gelijkend aan de woorden mij, u, hem, haar of het genderneutrale hen, en in het meervoud ons, jullie en hen.
In de zin onderstaande voorbeeldzinnen kan je die woorden dan ook vrij veranderen. Alleen de betekenis van de zin verandert mee, niet de vorm:
Wie heeft jou dat boek gegeven? Wie heeft mij dat boek gegeven? Wie heeft hen dat boek gegeven? Ze heeft stiekem een oogje op jou. Ze heeft stiekem een oogje op haar. Ze heeft stiekem een oogje op mij.
Jouw als bezittelijk voornaamwoord
Jouw (met w) is dan weer een bezittelijk voornaamwoord, net als de woorden mijn, uw, zijn, haar, hun, ons/onze, jullie en hun. Zij duiden aan dat er sprake is van een bezitsrelatie.
In de onderstaande voorbeeldzinnen kan je ook deze woorden vrij vervangen door elkaar. Alleen de betekenis van de zin verandert erdoor.
Wie heeft hem jouw boek gegeven? Wie heeft hem haar boek gegeven? Wie heeft hem hun boek gegeven? Waar is jouw dochter? Waar is onze dochter? Waar is mijn dochter?
Waarom is de juiste schrijfwijze zo belangrijk?
Een vaak gehoord argument van mensen die moeite hebben met spelling, is dat die details toch zo belangrijk niet zijn. Een goede verstaander zal de boodschap wel begrijpen.
Dat klopt, maar toch kan spelling een enorm verschil maken. Goede verstaanders zullen je boodschap ook met de foute spelling zeker begrijpen, maar het zal hen veel meer tijd en inspanning kosten. Gebruik je de correcte spelling van jou/jouw of bijvoorbeeld van de werkwoordsvormen in je tekst, dan zullen je lezers je tekst veel vlotter begrijpen. De betekenis van je woorden wordt namelijk ondersteund door de grammaticale functie ervan, en een groot deel van dit begrijpen (en ook van het lezen trouwens) gaat automatisch. Zodra de grammaticale vorm van een woord niet meer strookt met de betekenis of de functie in de zin, stokt het lezen.
Lezers, en zeker online lezers, willen zo snel mogelijk informatie in zich opnemen. Online lezers scannen teksten ook vaak, ze lezen niet alle woorden. Dan is het nog belangrijker dat de spelling van woorden klopt met hun functie, omdat die vorm een heleboel informatie bevat. Informatie die welllicht ook door de context weergegeven wordt, maar een scannende lezer neemt die context niet altijd mee in zijn of haar ervaring.
Bestaat er een trucje om te onthouden of je jou of jouw moet gebruiken?
Er bestaat een heel eenvoudig trucje om te ontdekken of je jou of jouw moet gebruiken in een zin. Je kan het woord gewoon vervangen door mij of mijn.
U en uw
Ook u en uw worden heel vaak door elkaar gebruikt. Hoewel je daarbij het verschil zelf kunt horen, maken sommige dialectsprekers toch nog fouten bij de schrijfwijze van uw. Dit doen ze vooral omdat ze in hun dialect de w laten vallen. Daarom zijn ze natuurlijk in de war bij het schrijven. Maar geen paniek: ook voor u en uw kan het trucje van hierboven zeker helpen!
No responses yet